Decentrale overheden kunnen eigen regels stellen voor windturbineparken op basis van een eigen plan-m.e.r. Deze normen moeten voorzien zijn van een actuele en deugdelijke, op zichzelf staande en op de lokale situatie toegesneden motivatie. Dit is recent herbevestigd door de Raad van State. Uit de uitspraak op 12 april 2023 (Raad van State) bleek dat dit voor twee windparken waarvoor provinciale en gemeentelijke normen waren opgesteld het geval was: uitbreiding van Windpark Delfzijl Zuid en Windpark Karolinapolder.
Tot 30 juni 2021 konden we in Nederland landelijk vastgestelde milieuregels (de normen in het zogenoemde Activiteitenbesluit) hanteren bij de besluitvorming over windturbines en windparken. Op 30 juni 2021 concludeerde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) dat deze nationale normen niet meer gebruikt mochten worden. Dit is het gevolg van een uitspraak van het Europese Hof van Justitie (het zogenoemde Nevele-arrest).
Ten tijde van de uitspraak in 2021 gaf de Raad van State aan dat provincies en gemeenten hun eigen normen kunnen stellen voor geluid, slagschaduw en externe veiligheid. Dat is niet nieuw. Provincies en gemeenten hadden die ruimte om eigen milieunormen toe te passen altijd al.
Voor windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding hebben de gemeente Eemsdelta en de provincie Groningen eigen normen toegepast voor geluid, slagschaduw, lichtschittering en externe veiligheid. Het ging hier om een gewijzigd bestemmingsplan en aansluitend een omgevingsvergunning.
Bij Windpark Karolinapolder ging het om een omgevingsvergunning van de provincie Brabant voor vier windturbines. Ook in dit geval werden er eigen normen voor geluid, schaduw en externe veiligheid gebruikt. Voor dit windpark is eerder een natuurvergunning verleend, waartegen ook beroep is aangetekend bij de Raad van State. Pas als de Raad van State hierover een positieve uitspraak heeft gedaan, kunnen de nieuwe turbines worden gebouwd. Op 14 juni heeft de Raad van State hier een tussenuitspraak over gedaan (zie: Uitspraak 202003207/1/R2 - Raad van State), de definitieve uitspraak moet nog volgen.
Het is de eerste keer dat de Afdeling gemeentelijke en provinciale normen voor geluid, slagschaduw en veiligheid voor een windpark heeft beoordeeld. De partijen/bewoners die tegen de plannen in Delfzijl en Karolinapolder in beroep gingen bij uiteindelijk de (hoogste) bestuursrechter vinden dat de overheden meer onderzoek hadden moeten doen naar de geluids- en schaduwoverlast en veiligheidsrisico’s en dat dit tot strengere normen had moeten leiden.
De Afdeling bestuursrechtspraak is het daar niet mee eens. Waar moeten de normen van gemeente en provincie aan voldoen volgens de Afdeling? “De normen moeten voorzien zijn van een actuele en deugdelijkede, op zichzelf staan en op de lokale situatie toegesneden motivatie.” Dit is de algemene regel waaraan de Afdeling de normen van gemeente en provincie (en de onderbouwing daarvan) toetst.
Een paar opmerkelijke overwegingen van de Afdeling bestuursrechtspraak in deze twee zaken:
Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning voor Delfzijl Zuid Uitbreiding en Karolinapolder houden dus stand. Dat betekent dat er geen rechtsbeschermingsmogelijkheden meer zijn tegen deze besluiten. Wel loopt het bezwaar tegen de natuurvergunning van Karolinapolder afzonderlijk en is daar nog geen definitief oordeel van de Raad van State over.
Ook voor andere gemeenten en provincies zijn deze uitspraken relevant. Hierin staat namelijk welke aanpak (de inhoud en mate van onderzoek) voor de Afdeling bestuursrechtspraak voldoet en dat geeft houvast.
Een traject om te komen tot lokale normering geeft de kans om met bewoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en de raad in gesprek te gaan over wat men belangrijk vindt, welke zorgen men heeft en hoe die weggenomen kunnen worden. Vervolgens vindt er politiek-bestuurlijk een afweging plaats van alle belangen die er spelen. Enerzijds staan de belangen van de omwonenden van een windpark voorop (leefomgeving, veiligheid en eventuele overlast en natuur) en anderzijds hebben gemeenten, provincies en Nederland zich gecommitteerd aan de transitie naar duurzame energie-opwek, waar wind op land onderdeel van is. Ook de haalbaarheid en daarmee de opbrengsten van het windpark spelen mee in de afweging. Voor elke strengere norm is dan de vraag: hoeveel meer hinder heeft dat tot gevolg ten opzichte van de afname van de opbrengst van het windpark? Is de exploitatie van het windpark daarmee nog haalbaar? Deze uitspraken van de Raad van State geven houvast bij deze belangenafweging.
Het Rijk (het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) heeft een plan-m.e.r. opgesteld ter onderbouwing van nieuwe landelijke milieuregels, die opgenomen zullen worden in Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s), zoals het Besluit activiteiten leefomgeving (onder de Omgevingswet). Kijk hier voor meer informatie over dit proces en de tijdlijn.
Het is niet nodig te wachten met het maken van plannen voor windprojecten. De onderzoeken en procedures voor een windproject duren lang en het is belangrijk zoekgebieden en/of concrete locaties tot stand te brengen in gesprek met alle belanghebbenden. Zodra ze zijn vastgesteld, kunnen de nieuwe landelijke milieunormen meegenomen worden in dit proces. In elk geval kunnen door het opstellen van eigen normen de lokale belangen optimaal worden gewaarborgd: bij Windparken Delfzijl Zuid-Uitbreiding en Karolinapolder wordt getoond hoe dat met goedkeuring van de hoogste rechter kan worden gedaan.
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.