De Raad van State heeft aangegeven dat provincies en gemeenten hun eigen normen kunnen stellen voor geluid, slagschaduw en externe veiligheid. Dat is niet nieuw. Provincies en gemeenten hadden die ruimte om eigen milieunormen toe te passen altijd al. Recente uitspraken van de Raad van State onderstrepen dat nog eens: in procedures over een windpark in Staphorst en windpark Elzenburg-De Geer in Oss is geoordeeld dat het Nevele-arrest in die zaken niet van toepassing was, omdat de gemeenten eigen, specifieke milieunormen hadden gesteld aan deze windparken. Provincies en gemeenten moeten daarbij wel goed uitleggen waarom die normen gekozen zijn voor het desbetreffende windpark. Uit de uitspraak van de Raad van State (ook wel Nevele-arrest genoemd) blijkt dat eigen, lokale milieunormen een actuele, deugdelijke, op zichzelf staande en op de aan de orde zijnde situatie toegesneden motivering moeten hebben. De motivering moet dus actueel zijn en specifiek gericht op de situatie van het windpark.
Op deze helpdesk verzamelen we voorbeelden van lokale specifieke milieunormen die provincies of gemeenten hebben vastgesteld.
Lees hier meer over de het stellen van eigen milieunormen per type inrichting met windturbines (InfoMil).
Uitgangspunten voor nieuwe windturbines (motie Leijten – Erkens)
Bij de uitspraak van de Raad van State van 30 juni 2021 zijn de algemene milieuregels voor windturbineparken buiten toepassing verklaard in navolging van een uitspraak van het EU-Hof in de zaak Nevele. Hierna is het Actieprogramma Verankering milieubescherming na Nevele gestart waarin onder meer gewerkt wordt aan het opstellen van nieuwe algemene milieuregels voor windturbines. Deze regels zijn naar verwachting in de tweede helft van 2023 gereed. In de tussentijd is het aan gemeenten en provincies om op basis van een locatie-specifieke beoordeling te komen tot milieubescherming bij windturbineparken. Vanuit de zorg dat dit leidt tot grote verschillen tussen regio’s, is de motie Leijten-Erkens aangenomen in de Tweede Kamer. De motie Leijten-Erkens verzoekt de regering om met gemeenten, provincies en RES-regio’s afspraken te maken over de te hanteren uitgangspunten voor de plaatsing van nieuwe windturbineparken.
Om uitvoering te geven aan deze motie gaan de ministeries van IenW en EZK in gesprek met IPO, VNG en de RES-regio’s over (algemene) uitgangspunten voor de besluitvorming over nieuwe windparken. We verwachten medio 2022 de uitkomsten van dit gesprek, inclusief de opgedane inzichten. In de kamerbrief van 21 april 2022 geeft de minister van Klimaat en Energie aan dat de eerste afspraken inmiddels gemaakt zijn om te komen tot een goede uitvoering van de motie en dat hij voor de zomer de kamer hierover nader zal informeren.
Bij het benoemen van uitgangspunten kan geen voorschot worden genomen op de nieuwe milieunormen, waarvoor nu een plan-m.e.r.-proces loopt. Dat zou namelijk in strijd zijn met het Europese recht waar de uitspraak van de Raad van State van 30 juni 2021 op is gebaseerd.
Bij de uitwerking van uitgangspunten kan gebruik worden gemaakt van de praktijkervaringen en voorbeelden die besproken zijn tijdens de landelijke sessies die vanuit de Helpdesk Wind op Land worden georganiseerd voor provincies en gemeenten. We zien dat provincies en gemeenten gebruik maken van de besproken voorbeelden.
Naast deze opgebouwde kennis en ervaring via de Helpdesk Wind op Land kunnen we ons bij het toewerken naar uitgangspunten baseren op algemene wetten die van toepassing zijn en op de resultaten van de beschikbare wetenschappelijke onderzoeken. Ook de stand van de techniek, de uitgangspunten voor een goede ruimtelijke ordening en de toedeling van functies hierbij zijn belangrijke elementen.